De bouw

Opgegroeid op en rond de Friese Meren, waarbij het water een grote aantrekkingskracht uitoefende, was het bijna vanzelfsprekend dat zeilen, naast het vissen en eierzoeken, een van mijn grote passies werd. Wanneer ik in mijn vissersboot 's-morgens vroeg op het meer lag, dan was het ieder jaar zo rond de bouwvak een vaste gewoonte dat de skūtsjes van de SKS en later ook de IFKS voorbij kwamen.
Dat was een boeiend gezicht al die grote skūtsjes, de gedachte om op een dergelijk groot schip te zeilen trok mij aan. Zo rond het jaar 1995 kreeg ik zelf de gelegenheid om mee te zeilen op het skūtsje van de Kuilart, de Roos van Dekema.
Wedstrijdzeilen, het zeilen van de Bedrijvencompetitie en het "Ploegjesylen" waren een combinatie van mensen ontmoeten, instructie geven en gasten een boeiende en leuke dag te bezorgen. Na een aantal jaren gezeild te hebben ontstond het idee om zelf een schip te bouwen, het liefst een Lemsteraak.
Echter om dit financieel rond te krijgen was nogal een heikel punt. Bovendien had ik weinig affiniteit met metaal, laat staan het lassen ervan. Tot ik op de Scheepbeurs eind 2003 plaatsgenoot Henk de Vries sprak die mij enthousiast maakte om een praam te bouwen.
Na het bezichtigen van een casco bij Jelle Talsma in Osingahuizen was binnen 3 dagen het besluit gevallen.
Er zou een praam gebouwd worden, niet zomaar een praam, maar een wedstrijdpraam die binnen een eenheidsklasse ook nog wedstrijden kon varen. Hoe en waar de praam gebouwd zou worden was nog niet bekend, maar dat was van latere zorg.
Het toeval wilde dat mijn zwager begin 2004 een boerderij met daarbij een loods kocht, dus was de bouwlocatie en onderdak redelijk snel geregeld.
Toen moest er nog gebouwd worden, een lasapparaat was voor weinig geld snel gevonden en samen met broers en zwagers werd de eerste hand (spant) gelegd.
Langzaam aan, eerst hechten later steeds grotere stukken lassen, maakte ik mij de lastechniek een beetje eigen.
Na drie maanden was het schip in elkaar gehecht, 11.30 m lang en 2.80 m breed. Hierna was er weer een hindernis te nemen, het aflassen, echter wat ik aan het begin niet had durven dromen, lukte. De praam werd na een redelijk korte periode afgelast en met behulp van broers, zwagers en kennissen werden de lassen afgeslepen.

Hierna begon de 2e fase: Het stralen en conserveren van het schip. Bij Straal en Coatingsbedrijf Bakhuizen werd het hele schip gestraald en in een 2 componentensysteem gezet.
Met een polyurethaan als eindlaag en een goede kleurcombinatie was het schip gereed om verder afgebouwd te worden. Het lag in de bedoeling dat ook dit door mij zelf gedaan zou worden en na veel gezaag en geschuurd was ook de betimmering gereed om op school door leerlingen van het SPOS in een transparant systeem te zetten.
Mast, giek, zwaarden en roer waren tussentijds gemaakt door PietBlaauw in Stavoren, een vakman die een grote bekendheid geniet binnen de skūtsjeswereld.
Hierna, het was inmiddels juni 2004, werd het tijd om de praam op te bouwen.
Boeisels, zitbanken, leuningen en buikdenning werden gemonteerd, waarna ook het beslag (ook zelf gemaakt) op mast, giekzwaarden en roer kon worden aangebracht.
Eind juli was het dan zover, de praam was klaar om water gelaten te worden. 's-Morgens met z'n allen de diverse onderdelen zoals mast, zwaarden, giek en roer op de praam monteren en 's-middags was het dan zover.
Met de praam op een 2-assige trailer, achter een antieke Hanomag uit 1952 door het dorp naar jachtwerf Busman.Hier werd de praam door Maaike, mijn vrouw, met echte champagne gedoopt.
Daarop werd het schip te water gelaten, waarna (de motor was nog incompleet) naar haar ligplaats in het Morraplan werd gesleept.

Toen was het vakantie en samen met mijn vrouw en beide zonen werd de laatste week van de vakantie doorgebracht in Camperduin aan zee………..bij het water!!

meer foto's van de bouw
terug naar startpagina