Geschiedenis

DE PRAAM

In het verleden konden de boeren hun land het beste over het water bereiken. Dit kwam omdat er nog niet een dergelijk wegenstelsel was zoals we die nu kennen, waarbij ook nog vermeld moet worden dat in vergelijking tot de huidige tijd, de percelen grond ver uit elkaar lagen. Boeren gebruikten daarvoor vaak platte schuiten oftewel pramen.

Zomers en in het voorjaar werd het vee, de paarden en de werktuigen met deze pramen naar het land vervoerd, hetzij met een vaarboom, hetzij met een jaaglijn. Later kwam hiervoor een (buitenboord) motor voor in de plaats. Voor grotere afstanden werd een zeil gebruikt, waarbij zwaarden aan de zijkanten van de praam er voor zorgden dat het schip niet "verlijerde".

Eerst waren de pramen van hout, later werden ze van ijzer gemaakt. Ook werden ze gebruikt om mest, hooi en andere goederen mee te vervoeren. Ze waren echter geen concurrenten van skūtsjes, deze werden gebruikt om grotere ladingen over langere afstanden te vervoeren. De praam was lange tijd uit beeld, maar vooral de laatste jaren weer helemaal in vanwege de goede zeileigenschappen en de grote ruimte.

DE SCHOUW

(Friese) schouwen werden in vroegere tijden veelal gebruikt om melk van de boerderijen naar de fabrieken te vervoeren. Ze waren wendbaar, konden relatief veel lading vervoeren en konden in ondiep water goed wegkomen. Ook het gemak van het spriettuig en de manier waarop de mast gestreken kon worden, zorgde ervoor dat het een goed vervoermiddel over water was.

Toen later, na de tweede wereldoorlog het wegenstelsel werd uitgebreid, verloren de schouw en de praam hun functie. De praam werd gebruikt als casco voor een motorboot, en de schouw als vissersboot. De schouw werd later gebruikt als (Friese) zeilschouw, hieruit ontstond de Gws-schouw, een eenheidsklasse zoals we die vandaag de dag nog kennen. De praam was lange tijd uit beeld, maar vooral de laatste jaren weer helemaal in vanwege de goede zeileigenschappen en de grote ruimte.

terug naar de startpagina