Koudum
Koudum, het Warme hart van de Zuidwesthoek
Al in de 10e eeuw komt Koudum voor in de registers van het klooster
Werden in Duitsland als Kolwidun of Kolwidum.
"Kol" betekent 'hoogste punt' en "widu" betekent 'bos'.
Samengevoegd betekent Kolwidum dus: het hoogste punt van het bos.
Het dorp Koudum is gelegen op en rond een stuwwal.
Het is in Nederland de enige stuwwal waar, tijdens de vierde IJstijd,
het kilometersdikke pakijs overheen is geschoven.
Aan de zuid- en oostkant van Koudum is de grondsoort zand, dit is stuifzand dat na het smelten van het ijs opwaaide en
als duinvorming neerdwarrelde in de luwte van de bult. Toen het klimaat warmer werd en de grond begroeid raakte vormde zich een
vruchtbare humuslaag op de ondergrond.
Het van oorsprong voornamelijk agrarische dorp werd in de tweede helft van de 19e eeuw een echt tuinbouwdorp.
In de gloriejaren had Koudum een eigen veilinggebouw en werden de sperziebonen,
bloemkool en andere groenten tot ver in Nederland aan de man gebracht.
Hieraan dankt de Koudumer bevolking ook
haar schimpnaam: 'Koudumer Beantsjes'.
Het dorp heeft ± 2750 inwoners en is tegenwoordig bekend vanwege de vele recreatiemogelijkheden op en rond het water.
Koudum ligt centraal in de Friese Zuidwesthoek tussen de Fluessen en de Morra en nabij de IJsselmeerkust en de Gaasterlandse bossen.
Koudum vervult een centrale functie in de regio door voorzieningen op gebied van onderwijs, dienstverlening, detailhandel,
sport en recreatie. Leuk is te weten dat de inwoners beantsjes (uitspraak: bjentsjes) genoemd worden,
omdat boontjes op de Koudumer keileem zo goed gedijen.
Het haventje van Koudum wordt eigenlijk alleen nog
maar gebruikt door de pleziervaart met goede verbinding naar de meren en via Stavoren naar het IJsselmeer.
Met een laag schip (kruiphoogte 2.15m) kan ook via de Indijk naar Hindeloopen (Hylpen) gevaren worden.
terug naar Arrangementenpagina